Whipple operatie
Wat is het?
De Whipple operatie wordt uitgevoerd bij mensen met alvleesklierkanker. In zeldzame gevallen wordt een Whipple operatie uitgevoerd bij mensen die heel veel poliepen hebben in de twaalfvingerige darm.
Operatie toegepast bij
Alvleesklierkanker is een ernstige vorm van kanker. Bij de meeste patiënten wordt de diagnose pas in een gevorderd stadium gesteld. Dat wil zeggen dat de tumor is doorgegroeid in omliggende weefsels, of dat er uitzaaiingen zijn elders in het lichaam. Het aantal mensen dat geneest van alvleesklierkanker is daardoor klein. Een operatie is bij alvleesklierkanker de enige behandeling die kans geeft op genezing. Helaas komen slechts weinig mensen in aanmerking voor een operatie bij alvleesklierkanker.
Synoniemen:
- operatie van Whipple
- operatie alvleesklierkanker
- hemi-pancreaticoduodenectomie
De Whipple operatie wordt uitgevoerd als de tumor in de 'kop' van de alvleesklier of bij de papil van Vater zit. Tijdens de operatie wordt de kop van de alvleesklier verwijderd, samen met de galblaas, de twaalfvingerige darm, een deel van de galwegen en soms ook een deel van de maag. Het is een ingrijpende operatie, die voor het eerst beschreven werd door professor Whipple in de Verenigde Staten in 1935. In Nederland wordt de operatie niet in alle ziekenhuizen regelmatig uitgevoerd.
Bespreek met jouw behandelend arts in welke ziekenhuizen voldoende ervaring is met deze operatie. Voor de operatie moeten eerst de nodige onderzoeken plaatsvinden. Jouw arts bepaalt welke onderzoeken dit zijn. Het doel is om erachter te komen waar de tumor precies zit en wat de eventuele uitbreiding van de tumor is. Een voorwaarde voor deze operatie is dat je geen uitzaaiingen elders in het lichaam hebt .
Voor de operatie
Je arts zal de hele operatie uitvoerig met je bespreken. Het is belangrijk dat je goed op de hoogte bent van de mogelijke complicaties en klachten die na de operatie kunnen ontstaan. In de meeste gevallen word je de dag voor de operatie opgenomen. Dan zal ook de anesthesist bij je langskomen. Deze bespreekt de verdoving (de narcose) en pijnbestrijding met je.
Tijdens de operatie
De operatie vindt plaats onder algehele narcose.
Soms twijfelt de arts of je uitzaaiingen hebt, bijvoorbeeld in de lymfeklieren. Deze uitzaaiingen zijn vaak moeilijk vast te stellen met behulp van een scan. De chirurg kan eventueel door middel van een kijkoperatie (laparoscopie) eerst bekijken of er uitzaaiingen zijn. Pas als deze niet gevonden worden, wordt je hele buik open gemaakt.
Dan zal de chirurg nogmaals op zoek gaan naar uitzaaiingen in lymfeklieren. Als de chirurg 'verdachte' lymfeklieren aantreft worden deze direct verwijderd en onderzocht onder de microscoop. Als de uitslag goed is, zal de chirurg verder opereren. Als blijkt dat er toch uitzaaiingen zijn in lymfeklieren, wordt de operatie alsnog gestopt.
Vervolgens verwijdert de chirurg de kop van de alvleesklier en de hele twaalfvingerige darm die daar tegenaan ligt. Ook de galblaas en deel van de galwegen wordt verwijderd. Afhankelijk van de plaats en de grootte van de tumor verwijdert de chirurg ook de onderkant van je maag. Het overgebleven deel van de maag, galwegen en alvleesklier hecht de chirurg aan de dunne darm vast. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg steeds een stukje gezond omliggend weefsel. Op die manier is de kans kleiner dat kankercellen achterblijven in je lichaam. Het gezonde weefsel dat verwijderd is, wordt onderzocht onder de microscoop. Hierbij wordt gekeken of het inderdaad alleen maar gezonde cellen zijn. Deze uitslag krijg je in de weken na de operatie.
Na de operatie
Na de operatie ga je naar de intensive care of de verkoeverkamer voor één of twee dagen. Als alles goed gaat word je vervolgens naar de verpleegafdeling gebracht. Als je op de verpleegafdeling komt, heb je verschillende lijnen en slangen aan je lichaam. In de meeste gevallen zijn dit:
- een slang door de neus naar je maag. Hiermee worden maag- en darmsappen afgevoerd. Deze wordt meestal binnen enkele dagen verwijderd.
- een infuus in je hals. Via het infuus worden vocht en medicijnen toegediend.
- een blaaskatheter voor de afvoer van urine. Deze wordt zo snel mogelijk verwijderd.
- een slang in je neus of een katheter in je buik, waardoor je voeding krijgt. Dit heet sondevoeding, via een neussonde of een voedingsstoma. Uitgebreide informatie hierover vind je in de diverse brochures over sondevoeding.
- één of twee drains in het wondgebied (buik en borst) voor de afvoer van wondvocht en bloed.
- een dun slangetje in je rug voor de pijnbestrijding (epiduraal katheter)
Zodra je darmbeweging op gang komt, krijg je langzaamaan weer gewone voeding. In eerste instantie krijg je vloeibare voeding. Dit wordt steeds verder uitgebouwd naar normale vaste voeding. De eerste periode na de operatie kun je nog niet veel eten. Je krijgt daarom, naast normale voeding, voeding via een infuus of een sonde. Dit is om te zorgen dat je voldoende voedingsstoffen en calorieën binnen krijgt, zodat je aansterkt.
Net zoals bij iedere operatie is er kans op de 'normale complicaties' van een operatie. Dit zijn bijvoorbeeld wondinfectie, trombose, longontsteking en nabloeding. Een ernstige complicatie die daarnaast specifiek bij de Whipple operatie kan ontstaan is een lekkage bij de verbinding van de geopereerde organen. Als dat gebeurt heeft u een verhoogd risico op een ontsteking in het operatiegebied.
Als er geen complicaties optreden verblijf je 10 tot 14 dagen in het ziekenhuis. Neem contact op met jouw arts als je thuis last krijgt van koorts, nabloeding of een zwelling of roodheid bij de wond. Ook als je last krijgt van benauwdheid of problemen met ademhalen moet je een arts waarschuwen.
Leefregels na de operatie
Wanneer je weer thuis bent na de operatie is het belangrijk dat je je aan een aantal leefregels houdt. Hierdoor verklein je de kans op complicaties en geef je het lichaam de mogelijkheid goed te herstellen.
De leefregels die gelden zijn:
- Vanaf de tweede dag na de operatie kun je douchen, ook met hechtpleisters. Baden en zwemmen kun je pas wanneer de wond weer genezen is.
- De eerste vier tot zes weken na de operatie is het verstandig om rustig aan te doen in verband met de wondgenezing. Je kunt in deze weken lichamelijke inspanning, zoals sporten, fietsen of een lange wandeling maken, beter vermijden.
- Om goed op gewicht te blijven is het belangrijk dat je voldoende voedingsstoffen binnenkrijgt. Eet gevarieerd en drink voldoende. Een diëtist kan je hier eventueel bij adviseren.
- Je hoeft het verband van je wond alleen te vernieuwen als de wond doorlekt. De hechtpleisters mag je zelf na vijf dagen verwijderen.
Mogelijke gevolgen van een Whipple operatie
Na de operatie kun je problemen krijgen met voeding, door de verandering in je spijsverteringsstelsel. Jouw specialist of een diëtist kan je advies geven over je voedingspatroon. De problemen kunnen verminderen en verdwijnen, door aanpassing van het lichaam. Veel mensen houden echter in meer of mindere mate klachten, zoals:
- vetdiarree; dit kan ontstaan doordat de vertering van vet minder goed gaat. Voor een goede vertering van vetten zijn enzymen uit alvleeskliersap en galvloeistof nodig. Door een tekort aan de enzymen wordt vet minder goed verteerd. Je krijgt dan last van dunne, vettige ontlasting.
- gewichtsverlies;
- dumpingsyndroom; het dumpingsyndroom kan ontstaan bij mensen bij wie een deel van de maag verwijderd is. Voedsel komt bij hen veel sneller dan normaal in de dunne darm terecht. Dit kan klachten veroorzaken als een vol gevoel, darmkrampen, diarree, hartkloppingen, duizeligheid, trillen en zweetaanvallen.
- diabetes; als een deel van de alvleesklier verwijderd is, ontstaan vaak problemen met de bloedsuikerspiegel. De alvleesklier speelt namelijk een belangrijke rol bij het regelen van de bloedsuikerspiegel.
Colofon
We houden je graag op de hoogte
We informeren je graag zo goed, betrouwbaar en compleet mogelijk over spijsverteringsziekten en -klachten. Voor voorlichting en onderzoek naar spijsverteringsziekten zijn wij volledig afhankelijk van donateurs.