- • Eet rustig en kauw goed. Neem de tijd voor je maaltijd en kauw goed, zodat je het eten goed kan verteren.
- • Eet zes tot acht kleine maaltijden verdeeld over de dag. Zo voorkom je dat je te vol zit. Let erop dat je over de gehele dag genoeg eet, zodat je voldoende energie en de voedingsstoffen binnenkrijgt die je nodig hebt, om tekorten te voorkomen.
- • Verdeel wat je drinkt goed over de dag. Drink niet veel tijdens de maaltijd. Dat kan ervoor zorgen dat het eten te snel in je darmen komt. Een klein glas drinken bij de maaltijd is meestal geen probleem. Eet soep bijvoorbeeld een uur voor je maaltijd en eet een toetje een uur later.
- • Bij ernstige dumpingklachten kan het helpen de maaltijden zonder drinken te nemen.
Dumping
syndroom
Wat is het?
Met het dumpingsyndroom worden de klachten bedoeld die ontstaan na een te snelle maagontlediging. Er zijn twee soorten dumpingklachten die kunnen voorkomen. Sommige mensen hebben last van beide, maar ze kunnen ook los van elkaar voorkomen.
- Vroege dumpingklachten: dit zijn de klachten die vrij snel na de maaltijd optreden. Na ongeveer 15 tot 30 minuten.
- Late dumpingklachten: deze ontstaan zo’n één tot drie uur na de maaltijd.
De maag
De maag is een belangrijk onderdeel van de spijsvertering. Hier wordt het voedsel voorbereid op de spijsvertering. De binnenkant van de maag heeft een dikke slijmvlieslaag die maagsap maakt. Dit sap bevat zoutzuur en enzymen. Het zoutzuur doodt bacteriën in ons eten en activeert de enzymen. De spieren in de maag kneden het voedsel en vermengd het met maagsap. Bij de uitgang van de maag zit een sluitspier (de pylorus). Deze sluitspier zorgt ervoor dat voedsel in kleine porties naar de dunne darm gaat. In de twaalfvingerige darm, het eerste deel van de dunne darm, komen spijsverteringssappen van de alvleesklier en de gal bij het voedsel. Deze sappen zijn nodig voor de vertering van vetten, suikers en eiwitten.
Hoe herken ik het?
Oorzaak van dumpingsyndroom
Het dumpingsyndroom ontstaat bijna altijd na een operatie waarbij (een deel van) de maag is aangepast of verwijderd. Soms komen de klachten door beschadiging van de zenuw die de maag aanstuurt, de nervus vagus. We zien het dumpingsyndroom vooral bij patiënten die maagverkleining (bariatrische chirurgie) hebben gehad om af te vallen. Dit komt vooral voor na een gastric bypass, waarbij de maag kleiner wordt gemaakt en er een verbinding wordt gelegd met de dunne darm. Het komt minder vaak voor na een sleeve gastrectomie. Hierbij wordt een groot deel van de maag verwijderd. Door deze maagoperaties wordt een deel van de spijsvertering overgeslagen en dat geeft klachten.
Ongeveer 1% van de mensen met het dumpingsyndroom heeft geen maagoperatie ondergaan. Dumpingklachten zonder een maagoperatie zijn dus heel zeldzaam, en de oorzaak bij deze groep is vaak niet duidelijk.
Oorzaak van vroege dumpingklachten 15 tot 30 minuten na de maaltijd
Vroege dumpingklachten ontstaan meestal 15 tot 30 minuten nadat je iets hebt gegeten. Dit gebeurt omdat het voedsel te snel en in grote stukken in de dunne darm terechtkomt. Dit kan ontstaan na een maagoperatie, zoals een maagverkleining. Normaal wordt het voedsel in de maag eerst fijngemalen en in kleine hoeveelheden doorgestuurd naar de dunne darm. Bij vroege dumping gebeurt dit te snel. De dunne darm merkt dat het voedsel te groot is. Je lichaam reageert hierop door vocht uit je bloedvaten naar de darmen te verplaatsen. Hierdoor voel je je opgeblazen en krijg je soms diarree, meestal na 30 tot 60 minuten. Ook kunnen je darmen stoffen vrijgeven die je hartslag en soms ook je bloeddruk kunnen beïnvloeden. Dit kan zorgen voor duizeligheid of zelfs flauwvallen.
Klachten bij vroege dumpingklachten:
- Een vol gevoel
- Buikpijn en darmkrampen
- Diarree
Klachten als gevolg van een bloeddrukdaling:
- Sufheid
- Hartkloppingen
- Duizeligheid
- Zwaktegevoel
Oorzaak van late dumpingklachten 1 tot 3 uur na de maaltijd
Late dumpingklachten ontstaan 1 tot 3 uur na het eten van een maaltijd met veel suiker of zetmeel, zoals vruchtsuiker (fructose) of tafelsuiker (sucrose). Normaal blijft het eten 2 tot 3 uur in de maag, waar het wordt fijngemalen en gekneed voordat het naar de dunne darm gaat. Na een maagoperatie, zoals een maagverkleining, gaat dit veel sneller en komt het voedsel in grote stukken in de dunne darm terecht. Vaak zijn er dan nog niet genoeg spijsverteringsappen aanwezig om het voedsel goed te verteren.
Door deze versnelling raakt de balans tussen de bloedsuikerspiegel en de aanmaak van insuline verstoord. Suikers worden snel opgenomen, maar de insuline die nodig is om de bloedsuiker te verlagen, komt te laat op gang. Hierdoor wordt er nog steeds insuline aangemaakt wanneer de bloedsuiker al is gedaald. Dit leidt tot een lage bloedsuikerspiegel (reactieve hypoglykemie). Dit lijkt op een suikertekort bij mensen met suikerziekte (diabetes). Door pure suiker te blijven eten wordt de hypo in stand gehouden. Het aanpassen van het voedingspatroon kan dit helpen voorkomen.
Klachten bij late dumpingklachten:
- Zweten (‘koud zweet’)
- Onrustig gevoel en trillen
- Duizeligheid
- Geeuwhonger (door iets kleins te eten als deze klachten ontstaan, stijgt de bloedsuikerspiegel weer iets waardoor de klachten verminderen)
- Hartkloppingen
- Soms flauwvallen
Hoe gaat het verder?
Diagnose van dumpingsyndroom
De diagnose wordt meestal snel gesteld, omdat bijna alle mensen met deze klachten eerder een maagoperatie hebben ondergaan. De arts stelt de diagnose op basis van je klachten en medische voorgeschiedenis.
Behandeling van dumpingsyndroom
Veel klachten kunnen worden voorkomen of verminderd door het volgen van specifieke adviezen en het aanpassen van je eetgewoontes. Dit is vooral belangrijk als (een deel van) je maag is verwijderd. Het is goed om zelf te ontdekken wat je wel of niet kan helpen. Dit kan je ook doen met hulp van een diëtist. Bij de meeste mensen worden de klachten na verloop van tijd minder, doordat het lichaam zich aanpast.
Wanneer de tips en adviezen onvoldoende helpen, kan medicatie worden overwogen. Vraag dit dan na bij je behandeld arts.
Wat kan ik doen?
Tips en adviezen om vroege en late dumpingklachten te voorkomen
Aanvullende adviezen voor late dumpingklachten
Colofon
Deze informatie is geschreven door de Maag Lever Darm Stichting
In samenwerking met:
Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen (NVMDL)
Dr. Rachel van Eijk, MDL-arts, DC Klinieken Breda
Dr. A.C. van Bon, internist-endocrinoloog, Rijnstate
Dr. Ingrid Rietveld, internist-endocrinoloog, Bravis ziekenhuis
Laatst herzien:
Oktober 2024
We houden je graag op de hoogte
We informeren je graag zo goed, betrouwbaar en compleet mogelijk over spijsverteringsziekten en -klachten. Voor voorlichting en onderzoek naar spijsverteringsziekten zijn wij volledig afhankelijk van donateurs.