Buikpijn bij kinderen kan zich op verschillende manieren uiten. Ook is de oorzaak van de buikpijn niet bij elk kind hetzelfde. Buikpijn komt veel voor bij kinderen. Van de kinderen op lagere schoolleeftijd heeft tien tot twintig procent er regelmatig last van. Behalve buikpijn hebben deze kinderen vaak ook andere klachten zoals misselijkheid, verstopping of diarree. Buikpijn bij kinderen kan verschillende oorzaken hebben.
Meestal wordt er echter geen duidelijke lichamelijke oorzaak gevonden. Kinderen klagen echter nooit zomaar over buikpijn. Ook al is er geen lichamelijke oorzaak, er is altijd een reden voor de buikpijn. Waarom een kind buikpijn heeft, is dan niet altijd makkelijk te achterhalen.
De klachten van kinderen met buikpijn kunnen erg verschillen. Soms is de buikpijn heel hevig, maar ook weer snel over. Dit noemen we acute buikpijn. In andere gevallen zijn de klachten minder hevig, maar wel langdurig aanwezig. We spreken dan van chronische buikpijn.
Heeft je kind vrijwel nooit buikpijn en plotseling wel, dan kan het een infectie hebben. Een voorbeeld daarvan is buikgriep. Vaak heef je kind dan ook last van diarree, koorts, misselijkheid en braken. We spreken in dit geval van acute buikpijn. De pijn is hevig, maar duurt kort en is na een paar dagen meestal helemaal verdwenen. Een blindedarmontsteking veroorzaakt ook dit soort klachten. Maar de pijn zit dan vooral rechtsonder in de buik. Ook een blaasontsteking kan buikpijn en koorts veroorzaken.
Het kan ook voorkomen dat je kind vaker en soms wel meerdere keren per week buikpijn heeft. De ene keer is de pijn hevig, de andere keer zeurend. Als deze klachten meer dan twee maanden duren, spreken we van chronische buikpijn. Soms heeft deze pijn een lichamelijke oorzaak, maar meestal niet. Kinderen kunnen ook door psychische problemen chronische buikpijn krijgen. Bijvoorbeeld door een scheiding, door het overlijden van een dierbaar persoon of dier, of omdat een kind bijvoorbeeld gepest wordt op school.
Hoe herken ik het?
Buikpijn kan veel oorzaken hebben. Daarom is het vaak moeilijk de goede oorzaak te achterhalen. Hieronder vind je de meest voorkomende.
Bij baby’s
Zuigelingen kunnen veel last hebben van darmkrampjes. Bij borstvoeding kunnen de darmkrampjes veroorzaakt worden doordat de moeder iets heeft gegeten waar de baby (nog) niet goed tegen kan. Voorbeelden hiervan zijn: alle koolsoorten, spruitjes, ui en paprika. Baby’s die flesvoeding of borstvoeding krijgen, kunnen ook allergisch zijn voor koemelk of een bestanddeel daarvan. Het gevolg is dat zij veel last hebben van darmkrampen. Als baby’s op vaste voeding overgaan, moeten hun darmen vaak wennen aan de nieuwe voeding. Dit kan ook weer buikpijn veroorzaken. Buikpijn bij baby’s kan ook veroorzaakt worden door harde en pijnlijke ontlasting. Meer informatie over verstopping bij kinderen vind je hier.
Bij peuters en schoolgaande kinderen
Bij deze groep kinderen kan buikpijn verschillende oorzaken hebben
Verstopping
Bij verstopping heeft een kind last van harde en pijnlijke ontlasting die met moeite kan worden uitgepoept. Meer informatie over verstopping vind je hier.
Wormen
Kleinere kinderen kunnen last hebben van zogenoemde aarsmaden. Dit zijn lange, dunne, witte wormpjes. De wormpjes kunnen klachten veroorzaken, zoals jeuk bij de anus, buikpijn en misselijkheid. Vooral ’s nachts is de jeuk het ergste omdat dan de wormpjes via de anus naar buiten komen om eitjes te leggen. De klachten verdwijnen soms een tijdje en komen dan weer terug. Sommige kinderen hebben er last van, anderen merken er juist niets van. Besmetting met de aarsmaden gaat via de mond. Kinderen kunnen de eitjes van de aarsmaden binnenkrijgen door bijvoorbeeld te spelen in zandbakken die niet afgesloten zijn voor honden en katten. Meer informatie over aarsmaden vind je hier.
Coeliakie (glutenintolerantie)
Bij deze aandoening is de dunne darm overgevoelig voor gluten. Gluten is een eiwit. Het zit in de granen: tarwe, haver, gerst, rogge, kamut en spelt. Meer informatie over coeliakie vind je hier.
Voedselovergevoeligheid
Overgevoeligheid voor een bepaalde voedingsstof kan buikpijn veroorzaken. Vaak gaat dit samen met diarree. Overgevoeligheid voor melkproducten komt vrij veel voor. Hierbij is er een duidelijk verschil tussen koemelkallergie en lactose-intolerantie.
Bij koemelkallergie raakt de dunne darmwand beschadigd als deze in contact komt met melkeiwitten. Dit veroorzaakt diarree, pijn en krampen. De beschadigde darmwand kan niet genoeg voedingsstoffen aan het bloed afgeven. Dit heeft tot gevolg dat het kind afvalt en niet goed groeit. Bij lactose-intolerantie veroorzaken melk en melkproducten ook darmklachten. Dit zijn klachten, zoals buikkrampen, buikpijn, opgeblazen gevoel, gasvorming en diarree. In melk en melkproducten zit melksuiker (lactose). Normaal gesproken wordt melksuiker in de dunne darm afgebroken. Bij iemand met lactose-intolerantie gebeurt dit niet. De melksuiker komt in de dikke darm terecht en gaat daar gisten. Dit heeft darmkrampen tot gevolg samen met een groenige, schuimende diarree die zurig ruikt. Meer informatie over lactose-intolerantie vind je hier.
Blaasontsteking
Meestal heeft een kind bij een blaasontsteking pijn bij het plassen en moet het telkens kleine beetjes plassen. Soms heeft een kind echter alleen maar een vervelende, zeurderige buikpijn.
Dientamoeba fragilis
Dientamoeba fragilis is een parasiet die na infectie leeft in de dikke darm. Een infectie met deze parasiet veroorzaakt vaak buikpijn en diarree. Minder vaak voorkomende klachten zijn misselijkheid, moeheid en winderigheid.
Infectie met de Helicobacter pylori bacterie
Een weinig voorkomende oorzaak is een infectie met de Helicobacter pylori bacterie. De Helicobacter pylori is een bacterie die zich in het slijmvlies van de maag nestelt. De bacterie is bij veel volwassenen en kinderen in de maag aanwezig zonder dat er klachten zijn. Soms kan deze bacterie een ontsteking in de maag en maagpijn veroorzaken. De pijn kan uitstralen naar de buik. Kenmerkend is dat de kinderen vaak wakker worden van de buikpijn.
Wat zijn de andere oorzaken?
Prikkelbare Darm Syndroom
Bij een prikkelbare darm is de darmwand overgevoelig voor prikkels en reageert hierop met krampen en pijn. De buikpijn gaat vaak samen met verstopping of met diarree. Ook kan het kind een wisselend ontlastingspatroon hebben: de ene keer is de ontlasting hard en pijnlijk en de volgende keer juist weer dun. De buikpijn verdwijnt vaak nadat het kind heeft gepoept of windjes heeft gelaten. De oorzaak van het prikkelbare darm syndroom is nog niet precies bekend. Wel is de kennis over oorzaken en het ontstaan van PDS de laatste jaren toegenomen. Waarschijnlijk spelen verschillende factoren een rol. Meer informatie over PDS kun vind je hier.
Functionele buikpijn
Bij functionele buikpijn heeft een kind krampende pijn. Meestal zit de pijn rond de navel, maar ook in de onderbuik. De pijn hangt niet samen met het ontlastingspatroon. Ook is er geen relatie met het soort eten of drinken. De oorzaak van functionele buikpijn is nog niet bekend.
Spanningen
Steeds terugkerende buikpijn kan het gevolg zijn van spanningen. Misschien vind je kind het niet leuk op school? Of is er pasgeleden iets ernstigs gebeurd in je gezin? Bijvoorbeeld een scheiding of overlijden van een dierbaar persoon of huisdier. Dit soort spanningen kunnen buikpijn veroorzaken en erger maken.
Emotionele redenen
Kinderen die last hebben van buikpijn, hebben vaker last van angsten en zijn vaker somber. Diverse onderzoeken hebben dit aangetoond. Natuurlijk kan het ook zo zijn dat kinderen bang of verdrietig worden door de buikpijn die telkens weer terugkomt. Maar er zijn aanwijzingen dat kinderen met buikpijn juist gevoeliger zijn voor het ontwikkelen van angsten en depressies. Daarom is het belangrijk om kinderen met buikpijn vanaf het begin goed te begeleiden. Misschien kunnen dan emotionele klachten, zoals angsten en depressies, op latere leeftijd worden voorkomen.
Ouders met buikpijn
Kinderen van ouders met chronische buikpijnklachten, bijvoorbeeld het prikkelbare darm syndroom, hebben zelf ook vaak last van buikpijn. Ze hebben vaker last van buikpijn dan kinderen van ouders die geen buikpijnklachten hebben. Erfelijkheid zou hier een rol kunnen spelen. Bekend is ook dat kinderen het gedrag van hun ouders vaak kopiëren. Het is dan ook onduidelijk of het hier gaat om ‘aangeboren’ buikpijn of om een ‘aangeleerde’ gevoeligheid voor buikpijn.
Wat zijn de sociale gevolgen?
Als een kind acute buikpijn heeft is het meestal behoorlijk ziek. Door een goede behandeling voelt het zich na enkele dagen weer veel beter. De buikpijn en andere klachten zijn verdwenen en het kind kan weer gewoon met alles meedoen. Bij kinderen die vaak en langdurig buikpijn hebben, is het niet zo eenvoudig. Ze zijn niet hevig ziek, maar kunnen wel veel last hebben van hun klachten. De klachten hebben veel invloed op hun dagelijkse leven.
Ze slapen vaak slecht waardoor ze overdag sneller moe zijn. Op school kunnen ze zich minder goed concentreren. Ze blijven ook regelmatig ziek thuis. Hun schoolprestaties kunnen daardoor achterblijven. De steeds terugkerende buikpijn kan ook invloed hebben op het contact met vriendjes en vriendinnetjes. Sporten en lekker buiten spelen wordt soms een probleem. Hierdoor kan hun conditie achteruit gaan. Redenen genoeg om deze klachten serieus te nemen en er iets aan te doen.
Hoe gaat het verder?
Ga meteen naar de huisarts als je kind behalve buikpijn ook andere klachten heeft, zoals koorts, misselijkheid, braken, afvallen, bloedverlies en ernstige diarree. Ook als je kind steeds terugkerende buikpijn heeft is het verstandig om naar de huisarts te gaan. De arts zal je kind onderzoeken om de eventuele oorzaak van de klachten op te sporen.
In een gesprekje met je kind probeert de arts te achterhalen welke klachten er zijn en hoe ernstig deze zijn. Daarna wordt je kind lichamelijk onderzocht. Is er op dat moment nog geen duidelijke oorzaak aan te wijzen voor de buikpijn, dan volgt een tweede afspraak. Het kan zijn dat de arts je vraagt om in de tijd voorafgaand aan deze tweede afspraak samen met je kind twee weken lang een pijndagboek bij te houden.
Soms wordt ook de urine, de ontlasting en het bloed onderzocht. Daarna stelt de huisarts een behandeling voor en bespreekt dit met jou en je kind. Als er geen duidelijke oorzaak wordt gevonden, wordt verder afgewacht hoe het gaat. Meestal verdwijnen de klachten na verloop van tijd vanzelf.
Soms stuurt de huisarts een kind door naar de kinderarts of de kinderarts maag-darm-leverziekten (kinderarts-MDL). Vooral in het geval dat de klachten blijven bestaan of erger worden. Deze arts zal je kind ook weer lichamelijk onderzoeken. Eventueel wordt er ook een echografie en/of een röntgenfoto van de buik gemaakt. Deze onderzoeken doen geen pijn en worden poliklinisch gedaan. Je kind hoeft dus niet opgenomen te worden.
De behandeling
De arts stelt vast wat er aan de hand is. Daarna kan de behandeling worden gestart. Deze behandeling kan bestaan uit:
Voedingsadviezen
Een speciaal dieet is meestal niet nodig. Het is belangrijk om gezond, gevarieerd en vezelrijk te eten. De vernieuwde Schijf van Vijf van het Voedingscentrum schetst kaders voor een goede, gezonde voeding. De Schijf van Vijf bestaat uit vijf vakken met producten waarmee je kind elke dag opnieuw gezond en gevarieerd kan eten. Neem iedere dag voldoende producten uit elk vak en varieer genoeg! Als je kind eet volgens de Schijf van Vijf krijgt het lichaam voldoende vezels, wat erg belangrijk is voor een gezonde buik. Ook krijgt je kind op deze manier voldoende mineralen, vitaminen, eiwitten, koolhydraten en vetten binnen. Kies daarnaast niet te vaak voor producten die buiten de Schijf van Vijf vallen. Op deze manier zorg je goed voor het lichaam van je kind.
Het is vooral belangrijk dat je kind:
Vezelrijk eet
Vezels stimuleren de darmen en zorgen voor een makkelijke stoelgang. Vezels werken als een spons en houden vocht vast, waardoor de ontlasting zacht blijft. Vezelrijke voeding is bijvoorbeeld: fruit, groente, peulvruchten, volkorenbrood en ontbijtgranen. De hoeveelheid vezels die een kind per dag nodig heeft, is afhankelijk van de leeftijd. Wilt u weten hoeveel vezels uw kind per dag nodig heeft? Kijk in de vezelmeter hoe u aan de juiste hoeveelheid vezels kunt komen.
Voldoende drinkt
Per dag moet een kind ongeveer één tot anderhalve liter per dag drinken. Hoeveel precies, is natuurlijk afhankelijk van de leeftijd. Probeer te variëren met water, melk, karnemelk, thee, vruchtensap. Geeft je je kind extra veel vezels? Zorg er dan voor dat het ook extra veel drinkt. Vezels nemen namelijk veel vocht op. Dit vocht moet aangevuld worden, anders wordt de ontlasting droog en hard. Je kind krijgt dan juist meer last van verstopping en buikpijn.
Op regelmatige tijden eet
Zorg voor drie hoofdmaaltijden op vaste tijden en af en toe een tussendoortje. Het ontbijt is heel belangrijk. Het zet de darmen aan het begin van de dag aan het werk.
Rustig de tijd neemt voor de maaltijd
Rustig eten en goed kauwen zorgt voor een gezonde darmwerking. Zorg er voor dat het gezellig is aan tafel. Een ontspannen sfeer stimuleert een gezonde spijsvertering.
Leefregels
Leef zo regelmatig en ontspannen mogelijk
Eet op vaste tijden en zorg dat je kind op tijd in bed ligt. Hierdoor voelt je kind zich fit en uitgerust. Dit is goed voor zijn weerstand, waardoor hij niet zo snel ziek wordt.
Stimuleer je kind om lichamelijk actief te zijn
Lichaamsbeweging is goed voor lichaam en geest. Laat je kind lekker buiten spelen en/of lid worden van een sportclub.
Probeer je kind zo veel mogelijk te stimuleren toch naar school te gaan
Het bezig zijn op school en het omgaan met andere kinderen zorgt voor afleiding. Hierdoor is er minder aandacht bij de buikpijn. Het risico op een leerachterstand is dan ook minder groot. Hierdoor ervaart je kind ook weer minder stress waardoor de klachten afnemen.
Medicijnen
De arts schrijft vaak alleen medicijnen voor als er een lichamelijke oorzaak is voor de klachten. Heeft een kind bijvoorbeeld wormen, dan krijgt het een wormenkuur. Is er sprake van een blaasontsteking dan krijgt hij een antibioticakuur. Omdat er vaak geen lichamelijke oorzaak voor de buikpijn is, worden er meestal geen medicijnen voorgeschreven. Soms schrijft de arts je kind pijnstillers voor.
Andere hulp
Heb je de bovenstaande leefregels en dieetadviezen opgevolgd en is de buikpijn nog niet over? Dan is een gesprek met een psycholoog of een andere hulpverlener binnen de geestelijke gezondheidszorg misschien een goed idee. Niet omdat je kind ‘gek’ is of omdat de buikpijn ‘tussen de oren zit’. Maar omdat deze hulpverleners je kind kunnen leren omgaan met de klachten. Bijvoorbeeld door het aanleren van speciale ontspanningsoefeningen. Ook kan een psycholoog samen met je proberen te achterhalen wat de mogelijke oorzaak van de buikpijn kan zijn. De psycholoog kan je daarna tips geven hoe je daar het beste mee om kunt gaan. In sommige ziekenhuizen werken psychologen die jou en je kind kunnen helpen. Je kunt je huisarts of de kinderarts om een verwijzing vragen.
Kinderen met onbegrepen buikpijnklachten kunnen veel baat hebben bij hypnotherapie. Wetenschappelijk onderzoek heeft dit onlangs aangetoond. Tijdens de hypnotherapie leren de kinderen wat ze zelf kunnen doen om de pijn niet alles te laten overheersen. Ze krijgen oefeningen mee voor thuis om te leren ‘spelen’ met de pijn. Het is belangrijk dat de therapie gegeven wordt door een hypnotherapeut die speciaal opgeleid is op dit gebied. Vraag de kinder-MDL-arts om een verwijzing.
Wat kan ik doen?
Tips en adviezen bij buikpijn – buikklachten bij kinderen
Jij kent je kind het beste. Je voelt heel goed aan of er echt iets met je kind aan de hand is. Kinderen klagen namelijk nooit zomaar over buikpijn. Er is altijd een reden. Het is belangrijk dat je de klachten serieus neemt.
Steeds terugkerende buikpijn kan het gevolg zijn van spanningen. Probeer daarom samen met je kind na te gaan of het zich ergens druk over maakt. Zijn er misschien moeilijkheden thuis? Krijgt je kind te weinig aandacht? Zijn er spanningen op school? Kan het kind goed meekomen op school? Wordt het misschien gepest? Merk je dat je kind niet graag naar school gaat, praat dan met de leerkracht. Heb je het te druk gehad, probeer dan extra tijd in te ruimen om samen iets leuks te doen.
Ook kun je samen met je kind een ‘pijndagboek’ bijhouden. Hierin noteer je samen met je kind, wat hij eet, hoe vaak hij poept, wanneer hij buikpijn heeft en hoe erg die buikpijn is. Je kind geeft de pijn een cijfer van 1 tot 10. Door dit een aantal weken te doen lukt het soms om de oorzaak van de buikpijn te vinden.
Het is ook goed om je af te vragen of de buikpijn ‘nuttig’ is voor je kind. Krijgt het hierdoor misschien extra aandacht? Word je kind extra verwend als het pijn heeft? Reageert je misschien overbezorgd? Probeer dit niet te doen. Je geeft je kind dan onbedoeld een reden om pijn te hebben. Het is immers heerlijk als je lekker wordt verwend, terwijl je klasgenootjes op school zitten. En natuurlijk is het fijner om op de bank te liggen, dan de afwas te moeten doen. Er is niets mis met het extra verwennen van een ziek kind. Maar een kind moet zijn klachten niet gaan ‘gebruiken’ om meer aandacht te krijgen.
Is klagen over buikpijn voor je kind een gewoonte geworden? Reageer kort en neutraal op de klachten en leid het kind af. Ga bijvoorbeeld een spelletje doen en besteed er verder geen aandacht aan.
Stimuleer geen ‘ziektebevestigend gedrag’, zoals thuisblijven van school of het gebruik van medicijnen. Ga ook niet steeds naar de dokter als deze al eerder heeft vastgesteld dat er geen lichamelijke oorzaak voor de buikpijn is.
Heb je nog vragen, neem dan contact op met je arts.
Colofon
Deze informatie is geschreven door de Maag Lever Darm Stichting.
In samenwerking met: Prof dr. M.A Benninga, kinder MDL-arts
Dr. L.M. Kager, MDL-arts
Laatst herzien: 2015
We houden je graag op de hoogte
We informeren je graag zo goed, betrouwbaar en compleet mogelijk over spijsverteringsziekten en -klachten. Voor voorlichting en onderzoek naar spijsverteringsziekten zijn wij volledig afhankelijk van donateurs.