In onze darmen wonen zo’n 1,5 kilo aan bacteriën: ons microbioom. Al die bacteriën hebben een belangrijke functie. Ze beschermen ons tegen ziekten, en zorgen dat de spijsvertering goed functioneert. De samenstelling van het microbioom is bij iedereen anders en heeft grote invloed op de gezondheid. Op dit moment is het nog niet mogelijk om te voorspellen welke patiënten met acute alvleesklierontsteking complicaties krijgen. Er zijn aanwijzingen dat een verstoord microbioom hier een rol bij speelt. Het is daarom essentieel te onderzoeken bij welke samenstelling van het microbioom de kans op complicaties verhoogd is. Zo kunnen we het verloop van acute alvleesklierontsteking beter voorspellen en de patiënt een juiste behandeling geven.
Alvleesklierontsteking: ligt de sleutel voor een behandeling in het microbioom?
De diagnose acute alvleesklierontsteking (pancreatitis) wordt jaarlijks zo’n 3000 keer gegeven. Het is niet altijd bekend waardoor de ontsteking wordt veroorzaakt, maar de impact op het leven is enorm. Het verloop van de ziekte is nu nog lastig te voorspellen. Dr. Hjalmar van Santvoort onderzoekt hoe we beter kunnen voorspellen welke alvleesklierpatiënten complicaties krijgen. Dit doet hij door het microbioom van patiënten met elkaar te vergelijken.
Patiëntonderzoek
‘Wij willen het microbioom van patiënten met een mild verloop vergelijken met dat van patiënten met een ernstig verloop van acute alvleesklierontsteking. Bij ongeveer 250 patiënten meten we welke bacteriën aanwezig zijn in de ontlasting. Zo kunnen we de samenstelling van het microbioom bepalen en van daaruit het verloop van de ontsteking voorspellen.’
Aanpassen behandeling
‘Als we het verloop van de ontsteking kunnen voorspellen, kunnen we de behandeling voor patiënten met een ernstig verloop aanpassen met nieuwe methodes. Bijvoorbeeld door de samenstelling van hun microbioom te beïnvloeden met een poeptransplantatie. Dit maakt het verloop van de ziekte minder ernstig. Daarmee voorkomen we een onnodige lijdensweg en veranderen we levens.’
