Het ontwikkelen van een bloedtest om coeliakie beter te kunnen diagnosticeren

Het onderzoek

Waarom is dit onderzoek belangrijk?

Coeliakie wordt veroorzaakt door een afweer respons tegen in graanproducten aanwezig gluten. Bij coeliakiepatiënten heeft inname van gluten een afweerreactie tegen dunne darm cellen tot gevolg. Voedingsstoffen kunnen daardoor minder goed opgenomen worden en het veroorzaakt maag en darmklachten. Een groot deel van de coeliakiepatiënten lijkt niet gediagnostiseerd; de incidentie wordt geschat op 0.5-1%. Ook zijn er de met gluten inname geassocieerde aandoeningen zoals het Prikkelbare Darm Syndroom en niet-coeliakie glutengevoeligheid. Op basis van een enquête die de onderzoekers hebben uitgevoerd blijkt dat 6.2% naar eigen zeggen klachten heeft bij gluten inname; bijna de helft hiervan is op eigen initiatief een glutenvrij dieet gestart. Vaak bezoeken patiënten die zelf een glutenvrij dieet zijn gestart in een later stadium, als het glutenvrije dieet al enige tijd gevolgd wordt alsnog een arts. Op dat moment is een accurate diagnose van coeliakie niet mogelijk omdat de parameters die belangrijk zijn voor de diagnose (bepaalde antistoffen in het bloed en dunne darmafwijkingen) niet meer aantoonbaar zijn als er een glutenvrij dieet wordt gevolgd. Nu wordt deze mensen een gluten houdend dieet aangeraden gedurende 6-12 weken. Helaas is dat voor een groot deel van de coeliakiepatiënten onvoldoende om dunne darmafwijkingen en/of antistoffen in het bloed aantoonbaar te maken. 

Wat is het doel van dit onderzoek?

Een bloedtest te ontwikkelen waar met hoge waarschijnlijkheid een uitspraak gedaan kan worden over de diagnose coeliakie bij individuen die op basis van (buik)klachten, zonder tussenkomst van een arts, zijn gestart met een glutenvrij dieet. Gluteninname wordt veelvuldig in verband gebracht met het Prikkelbare Darm Syndroom. Om die redenen starten veel mensen die last hebben van darmklachten en/of chronische vermoeidheid zelf met een glutenvrij dieet, voordat zij naar de dokter gaan. Een strikt, door een diëtist begeleid, glutenvrij dieet is essentieel in de behandeling van coeliakie. Echter, bij niet-coeliakie patiënten kan een glutenvrij dieet averechts werken door een verandering in vezel en vitamine inname. Bij coeliakie patiënten is additionele diagnostiek noodzakelijk, zoals bijvoorbeeld het onderzoeken van andere auto-immuun ziekten. Daarnaast is het ook nodig deze patiënten verder te vervolgen. De accurate identificatie van coeliakie in deze groep is daarom belangrijk; enerzijds voor coeliakiepatiënten zodat zij een accurate medische zorg krijgen en door een diëtist worden begeleid en anderzijds voor niet-coeliakie patiënten zodat hen een duur en potentieel schadelijk dieet wordt bespaard en er mogelijk een juiste diagnose gesteld kan worden.

Wat gaan de onderzoekers doen?

In het bloed van coeliakiepatiënten op een glutenvrij dieet zijn immuun cellen specifiek voor gluten, zogenaamde gliadine specifieke T-cellen, aangetoond. Deze T-cellen zijn niet aantoonbaar bij gezonde mensen die al dan niet gluten eten. Daarnaast persisteert een andere populatie T-cellen, de gammadelta T-cellen, in de dunne darm bij coeliakiepatiënten op een glutenvrij dieet. Er zullen methoden worden ontwikkeld om gliadine specifieke T-cellen en gammadelta T-cellen te meten het bloed van recent gediagnosticeerde coeliakiepatiënten, coeliakiepatiënten op een glutenvrij dieet en controles. 

Wat zijn de verwachte resultaten?

De onderzoekers verwachten dat de gammadelta T-cellen aanwezig in de dunne darm bepaalde kenmerken hebben en dat dezelfde gammadelta T-cellen ook aantoonbaar zullen zijn in het bloed van coeliakiepatiënten, ongeacht hun dieet, net als de gliadine specifieke T-cellen. Naar verwachting zijn deze cellen niet aantoonbaar in het bloed van gezonde controles. Aan het einde van deze studie verwachten ze een op bloed gebaseerde test, dus minimaal invasief, te hebben ontwikkeld voor de diagnose van coeliakie bij individuen op een glutenvrij dieet. Daarnaast kan deze test toegevoegde waarde hebben bij het vaststellen van glutenreactiviteit bij patiënten met bewezen maar onbegrepen darmschade. Op termijn zou deze test ook kunnen bijdragen aan op bloed gebaseerde diagnostiek voor coeliakie bij normale gluten inname en daarmee mogelijk het aantal invasieve en dure endoscopieën verminderen. 

Het eindresultaat

De onderzoekers hebben een bloedtest ontwikkeld waarmee met hoge waarschijnlijkheid een uitspraak kan worden gedaan over de diagnose coeliakie. Dit bij mensen die op basis van (buik)klachten, zonder tussenkomst van een arts, zijn gestart met een glutenvrij dieet. Dankzij deze test kan de diagnose coeliakie gesteld worden, zonder een langdurige blootstelling aan een hoge hoeveelheid gluten. Dit is met name bij mensen die minder dan 5 jaar een glutenvrij dieet gebruiken. De juiste diagnose van coeliakie is van belang voor goede medische zorg en begeleiding van een diëtist.

Ook draagt deze test bij aan het uitsluiten van coeliakie. Zo wordt niet-coeliakiepatiënten een duur en mogelijk schadelijk dieet bespaard en kan mogelijk de juiste diagnose alsnog worden gesteld. Tenslotte kan deze niet-invasieve test mogelijk in de toekomst helpen bij het stellen van de diagnose coeliakie (zonder dat een endoscopie nodig is) bij nieuwe volwassen coeliakiepatiënten die nog wel gluten gebruiken, maar lager antistoffen hebben.

Resultaten van wetenschappelijk onderzoek

Om van een idee tot een toepassing te komen is veel onderzoek nodig. Dit kost tijd. Ook wanneer een onderzoek andere resultaten oplevert dan verwacht, leren we daar veel van. Daardoor is ieder resultaat een stap vooruit.

Projectinformatie

Orgaan: Darmen
Aandoening: Coeliakie
Titel project: Het ontwikkelen van een bloedtest om coeliakie beter te kunnen diagnosticeren
Projectleider: Hetty Bontkes
Instantie: Amsterdam Universitaire Medisch Centrum – locatie AMC
Gestart in: 2019
Looptijd: 2 jaar
Status: Lopend

Veelgestelde vragen over wetenschappelijk onderzoek

Kan ik ook meedoen aan dit onderzoek?

In de meeste gevallen werven de onderzoekers hun eigen deelnemers. De meeste onderzoeken in onze database lopen al enige tijd of zijn afgerond. De onderzoekers hebben dan al voldoende patiënten gevonden voor het onderzoek. Je kunt je dat niet meer aanmelden. Over het algemeen werven de onderzoekers zelf nu eigen deelnemers. Als het onderzoek net is gestart is ons advies om de website van het ziekenhuis/instelling in de gaten te houden of contact op te nemen met op te nemen met de contactpersoon van het onderzoek. Dit staat op de site van de onderzoeksinstelling.

Kan ik in contact komen met de onderzoeker?

Wij brengen geen patiënten in contact met de onderzoekers. Het contact dat wij hebben met de onderzoeker is inhoudelijk en verwijzen niet iemand door tenzij de onderzoekers dit hebben aangegeven. Dan is dit aangegeven in de bovenstaande tekst.

Waarom kost onderzoek doen zoveel tijd?

Het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek is een ingewikkeld proces dat vaak meerdere jaren duurt. Wetenschappelijk onderzoek moet zorgvuldig uitgevoerd worden om uiteindelijk conclusies te kunnen trekken. Er bestaan veel verschillende type onderzoeken die allemaal weer zijn voor- en nadelen hebben. Uiteindelijk draagt ieder onderzoek bij aan het verhogen van de kennis over een bepaald onderwerp. Je hebt veel onderzoeken nodig om te kunnen zeggen dat iets betrouwbaar is. En het dus wetenschappelijk is bewezen. Daarom duurt het vaak ook lang voordat nieuwe een behandeling of bepaalde medicatie in de reguliere behandelingen toegepast kan worden.

Ik wil graag meedoen aan wetenschappelijk onderzoek

In wetenschappelijk onderzoek zijn vaak proefpersonen nodig. Dit zijn gezonde mensen of patiënten die vrijwillig meewerken aan een onderzoek naar nieuwe behandelingen of medicijnen.

Deelname aan een wetenschappelijk onderzoek kan gunstig zijn omdat je bijvoorbeeld een nieuwe behandeling krijgt die de klachten kan verminderen of waardoor het mogelijk is om (sneller) beter te worden. Ook voor anderen is deelname waardevol omdat je een bijdrage levert aan onderzoek naar bijvoorbeeld nieuwe behandelingen. Er kunnen ook nadelen zitten aan deelname, zoals risico’s die je loopt omdat het een nieuwe behandeling betreft, eventuele bijwerkingen en de tijd en moeite die je erin stopt.

De Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO) zorgt voor de bescherming van proefpersonen die deelnemen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek. Op de website van CCMO kun je terecht voor alle belangrijke informatie met betrekking tot het meedoen aan onderzoek.

Aanvullende informatie vind je op de website van Rijksoverheid 

Daarnaast kun je ook je behandelend arts vragen of hij/zij weet welke onderzoeken er op dit moment lopen voor de aandoening die je hebt. De arts kan je meer vertellen over meedoen aan wetenschappelijk onderzoek en welke onderzoeken mogelijk geschikt kunnen. 

Stroke 1 Created with Sketch.

Op tijd erbij

Dagelijks sterven er mensen aan spijsverteringsziekten. Ziekten die voorkomen hadden kunnen worden wanneer de diagnose eerder was gesteld. Wat wij kunnen doen is de ziekte in de kiem smoren. Door er precies op tijd bij te zijn. Dat maken we mogelijk door onderzoek, voorlichting en met toegankelijke tools voor vroege opsporing.

meer over onze strategie, onderzoeken en behaalde resultaten

Alleen met jouw gift kunnen we onderzoeken zoals deze steunen. Help je mee?

ANBI logo CBF logo Privacy Waarborg logo ANBI/RSIN nr: 007247849
Doneer